22 juni 2010 08:20 | DFT.nl
LIJNDEN – In 2007 was hij een van de eersten die zag dat het economisch slechter zou gaan. Nu is Aart van der Gaag, directeur van de ABU, de koepelorganisatie voor de uitzendbranche, de eerste die de blijde boodschap mag verkondigen: de arbeidsmarkt trekt voor het eerst in drie jaar weer serieus aan.
„De werkgelegenheid voor uitzendkrachten is in april en mei gegroeid met 9%. Die lijn zet zich de komende maanden zeker door. In september zitten alle sectoren weer in de plus.” Aan doemdenkers heeft hij een broertje dood. „Al die mensen die beweerden dat deze crisis erger zou zijn dan die in de jaren dertig van de vorige eeuw en dat de werkloosheid zou oplopen tot een ongekend niveau begrijp ik niet. Waarom hebben die lui er zo’n lol in om alles zo somber voor te stellen? Ook nu staan ze weer in rotten van drie klaar om te waarschuwen dat één zwaluw nog geen zomer geeft en dat dit eerste, voorzichtige herstel zeer breekbaar is.”
Hij vervolgt: „Daar heeft economisch Nederland niets aan. Natuurlijk kan de hemel altijd omlaag komen, maar ik zeg: mensen, het kan weer! We kunnen ons geld weer uitgeven, een huis kopen, een nieuwe auto aanschaffen. Alle seinen staan op groen.” Volgens Van der Gaag is de groei echt spectaculair te noemen. Zeker in de industriesector, vanouds de klassieke indicator voor beginnende economische voorspoed. „De percentages in de industrie zijn van 5% aan het begin van het jaar, via 13% in maart, naar nu 26% gegaan. Dat gaat hard.”
De technische sector volgt met 6% groei, de medische sector met 2%. „De zakelijke dienstverlening loopt traditiegetrouw wat achter, daar is nog een daling van de werkgelegenheid voor flexkrachten te zien, maar de bocht naar beneden is in vergelijk met vorige perioden flink afgezwakt. Tot voor kort zaten we nog op de –20%, nu is dat -12%. Als die trend zich doorzet, zoals ik verwacht, zitten we in september ook daar weer in de plus.”
De Nederlandse arbeidsmarkt is minder hard getroffen door de crisis dan die in andere landen. „Europees gezien zijn we zeker spekkoper”, zegt Van der Gaag. „En ik durf te beweren dat het de hoge flexibiliteit van onze arbeidsmarkt is, die hierbij een grote rol heeft gespeeld.” Dat blijkt ook uit de cijfers. „De werkloosheid onder uitzendkrachten schommelde de afgelopen tijd rond de 9,5%, terwijl het gemiddelde op 5,6% lag. Maar de film stond voor deze groep niet stil. Zeker 66% van de mensen die zijn baan verloor, had binnen een half jaar weer een nieuwe job.”
Dat er nog altijd 50.000 tot 60.000 minder uitzendkrachten aan de slag zijn, dan vorig jaar, baart Van der Gaag geen zorgen. „De uitzendbranche heeft een forse tik gekregen, het volume is de afgelopen jaren met 40% afgenomen. Maar het herstel gaat nu ook met grote stappen. Die trend is bovendien ook in de omringende landen, zoals Duitsland, België, Frankrijk en Spanje, zichtbaar. Daarnaast zijn ook de demografische gegevens in ons voordeel. Door de vergrijzing zal het niet lang meer duren of de arbeidsmarkt is weer even krap als voor de crisis. In sommige sectoren, zoals de techniek, zie je de tekorten al. Hoog geschoold technisch personeel is dun gezaaid.”